Nieuws

De klapper van het seizoen: de strijd om de PLDB-cup

Geplaatst op 05-01-2006

DAMCLUB ROERMOND MINI-MAGAZINE

Seizoen 2005-2006, nummer 7
14e jaargang, nummer 175, 14 januari 2006

(9804) We schrijven de jaarvergadering van de Limburgse Dambond in 1969. De bond heette toen nog LDB, zonder de P die pas tijdens het opstellen van de statuten in 1982 aan de verenigingsnaam werd toegevoegd. In dat jaar 1969 was Wiel Habets van damvereniging VOS voorzitter van die dambond, bestierde alleskunner Piet Kuijpers het secretariaat, zorgde Jac van der Heijden voor het kundige beheer van de bondsfinanciën, was de alom aanwezige Piet Cornelissen tweede secretaris en was Dolf Poelstra aan zijn laatste jaar als tweede voorzitter bezig. Tijdens die bewuste jaarvergadering werd het besluit genomen om de minder damrijke maanden op te vullen met het organiseren van een bekertoernooi. De nationale damcompetitie zoals wij die momenteel kennen, bestond in die tijd nog niet. Er was ook in die tijd al elk jaar een competitie om de nationale titel maar daarvoor plaatsten de provinciale kampioenen zich en via een gewestelijke voorronde werd beslist wie er aan de nationale competitie mochten deelnemen. Limburgse teams reikten nimmer zover, zodat dus in maart, uiterlijk april het competitieseizoen voorbij was, althans wat de bondswedstrijden betreft.

Het idee om de zomermaanden op te vullen met een bekerstrijd was dus een voltreffer. Uit wiens koker het voorstel is gekomen weet ik niet, maar de kans dat die eer Piet Kuijpers toekomt is wel heel erg groot.

Hoe het ook zij: er werd een bekercompetitie uitgeschreven, waarbij tientallen (!) volgens het KO-systeem elkaar de fraaie LDB-cup gingen betwisten.
In het eerste seizoen namen er schoorvoetend 8 tientallen aan het cupavontuur deel en het was damvereniging VOS dat zich op die hete zondag (!) 6 juli in de finale met 16-4 de sterkste toonde over damclub Schaesberg, dat toen nog uitsluitend als DVS te boek stond.
In 1971 schreven er 13 teams in, samen goed voor maar liefst 130 dammers, een record. Vrouwelijke dammers kenden de bond in die tijd nog niet.

Uit het meinummer van het clubblad van Damclub Donderberg uit 1986 putten wij een deel van de nu op te lepelen gegevens. In februari 1993, toen Damclub Donderberg andermaal gastheer was voor het toernooi om de Limburgse dambeker, verscheen een aanvulling op de genoemde publicatie. Met iets minder bravoure en iets minder details vatten we onderstaand de 36 eerder georganiseerde toernooien om de (P)LDB-cup samen.

Het Kerkraadse VOS, dat rond 1970 in de glorieperiode van haar bestaan verkeerde, won de beker drie keer op rij: in 1969, 1970 en 1971.
De goudkleurige bokaal kreeg een ereplaats in de prijzenkast van de Kerkraadse vereniging.
Piet Kuijpers, die in 1971 na een 28-jarig bestuurslidmaatschap terugtrad uit het bestuur van de LDB, en zijn dammende collega oudvoorzitter Cees Blokland, evenals Piet vanwege zijn grote verdiensten voor het dammen in Limburg en daarbuiten benoemd tot erelid van de KNDB, schonken samen een gloednieuwe beker: de Blokland-Kuijperstrofee. Damclub Eureka was de eerste die deze fraai uitgevoerde bokaal het eerst mocht koesteren. Overwinningen in de eindstrijd op DIOS en Treebeek zorgden ervoor dat bij de Heerlense club, destijds domicilie houdend in zaal Wijnen aan de Schelsberg, tweemaal achtereen een juichstemming kon klinken.

Een drievoudige zege, en daarmee het definitief veroveren van de beker, was de mannen van Piet Cornelissen evenwel niet gegund.
In 1974 werd besloten om voortaan met achttallen te gaan spelen en dat had onder meer tot gevolg dat het toch al sterke Treebeek nu een supersterk team kon formeren. De Blokland-Kuijperstrofee verdween in een mum van tijd blijvend in de prijzenkast van café Arnoldussen aan de Schildstraat in Treebeek. Een enorme brand zorgde er enkele jaren later voor dat café met inhoud volledig verloren gingen.

Maar de driften van Treebeek waren nog lang niet geluwd. Nog eens drie keer op rij zou de club van Bram Kole met de hoogste prijs aan de haal gaan.. In 1979 kwam aan de reeks van bekertoernooien, en dus ook aan de zegereeks van Treebeek, een eind. Bestuurlijke strubbelingen leidden ertoe dat er in 1980 geen bekertoernooi kon worden georganiseerd.

Het jaar daarna werd de draad gelukkig weer opgepakt en opnieuw was het Eureka dat twee keer op rij succesvol bekerde. Toen brak het tijdperk Schaesberg aan. Het begon in 1983 met een bekerfinale tussen Schaesberg I en Schaesberg II. Niet vreemd dus dat Schaesberg winnaar werd.

In 1984 werd besloten om af te stappen van het KO-systeem en over te gaan op het spelen van het bekertoernooi volgens het bekende VOS-systeem. De bedenker van dit systeem, Jo Habets, was natuurlijk in zijn nopjes met deze keuze. De intussen voller en voller rakende damkalender maar ook de afkalving van het ledenbestand had ook voor het bekergebeuren zijn weerslag.

In 1993 leidde dat er zelfs toe dat er nog maar met viertallen kon worden gespeeld. Maar eer het zover was had Schaesberg als een orkaan binnen de Limburgse dambond huisgehouden. Maar liefst acht keer in successie veroverden de spelers van de club uit Landgraaf de beker. Het spelen volgens het VOS-systeem bracht ook met zich mee dat het hele toernooi in de vorm van een ééndagstoernooi gespeeld en georganiseerd moest worden.

Damvereniging VOS was in 1984 gastheer voor, schrikt u niet, 110 dammers, maar dat aantal zou dus heel snel teruglopen. In 1994 telde het deelnemersveld nog slechts 48 namen. In 1985 werd het toernooi gespeeld als nevenactiviteit van de Coupe du Monde, het prestigieuze damgebeuren in Centrum Cocarde in Valkenburg aan de Geul. Nadat Donderberg in 1986 voor de organisatie tekende, was het twee keer op rij VOS dat zich een goed gastheer toonde, waarna damvereniging DIOS met Herman van de Meer en Ernst Witjes maar liefst vier keer achtereen de organisatorische touwtjes in handen nam. Donderberg en Eureka namen de fakkel over, waarna in 1995 het besluit viel om weer terug te keren naar het KO-systeem.

Intussen had ook de KNDB een jaarlijks terugkerend bekertoernooi op de damkalender geplaatst en omdat deelname hieraan gekoppeld is aan de resultaten in de provincie, is de inschrijving voor het Limburgse bekertoernooi een extra stimulans omdat daar plaatsing voor de KNDB-beker kan worden afgedwongen. Ook met de introductie van een prijs voor het hoogst eindigende niet in de nationale competitie uitkomende team probeerden de PLDB-bestuurderen de deelname aan het eigen toernooi te promoten. Niet altijd met succes overigens.

U mist nog enkele winnaars. Natuurlijk, na de zegereeks van Schaesberg was het De Vaste Zet dat in 1991 en 1992 voor het eerst een balletje opwierp bij de cupstrijd. Toch was het wederom Schaesberg dat in de twee daaropvolgende jaren, toen er dus nog maar 48 deelnemers waren, weer de eerste prijs voor zich opeiste.

Van 1994 tot nu was het wat de prijzenverdeling betreft ieder jaar een stuivertje wisselen tussen de inmiddels naar Cema/De Vaste Zet uitgegroeide damclub uit Geleen en Schaesberg, dat daarbij haar clubnaam liet voorafgaan door de sponsornaam Restaurant Hong Kong.
In die dertien jaar die verstreken sinds 1993 pakte Schaesberg de beker zeven keer. Cema/De Vaste Zet was de succesvolste ploeg in 1995, 1998, 2001, 2004 en 2005. Schaesberg won in de tussenliggende jaren, met één uitzondering: in 2003 was het de club van Juul Meesters en Piet Moerenhout die tegen aller verwachtingen in, nota bene in de Heremiet in Geleen, iedereen aftroefde. De verrassing was dat jaar kompleet.

De laatste jaren is er een afwisseling tussen beide beproefde systemen. In 2002 werd besloten om weer terug te vallen op het VOS-systeem, maar in 2005 beleefde het KO-systeem een revival. Een besluit van de ledenvergadering zorgde er voor dat in 2006 opnieuw gespeeld wordt volgens het VOS-systeem.
Dit jaar vindt de bekerstrijd dus voor de 37e keer plaats. Onze vereniging tekent voor de organisatie, en we doen dat om de bekende reden niet in Roermond in ons eigen clublokaal, maar helemaal in Berg en Terblijt. Daar immers was vorig jaar al de zaal gereserveerd, en dus trekt dammend Limburg vandaag massaal naar Limburg mooiste omgeving.

Zeven zestallen zullen straks achter de borden verschijnen om een aanval te doen op de wisselprijs die door Cema/De Vaste Zet dit jaar helaas niet verdedigd kan worden.

Tot besluit een historie in cijfertjes en namen: 

Jaar	dln.	Syst	winnaar		tweede		uitslag
1969	80 	KO	VOS		DVS   		16-4
1970	120	KO	VOS		Eureka		12-8
1971	130	KO	VOS		Treebeek	14-6
1972	80	KO	Eureka		DIOS		14-6
1973	80	KO 	Eureka		Treebeek	15-5
1974	64	KO	Treebeek	Eureka		15-5
1975	72	KO 	Treebeek	DVS		10-6
1976	80	KO 	Treebeek	De Ridder	9-7
1977	64	KO 	Treebeek	De Ridder	11-5
1978	120	KO 	Treebeek	Eureka		13-3
1979	120	KO 	Treebeek	De Ridder II	8-8.14-2
1981	72	KO 	Eureka		DVS		10-6
1982		KO 	Eureka		DVS		8-8,9-7
1983		KO	Schaesberg	Schaesberg II	10-6
1984	110	VOS 	Schaesberg	DIOS		VOS
1985	81	VOS 	Schaesberg	Eureka		Valkenb.
1986	56 	VOS 	Schaesberg	De Ridder	Donderb.
1987	72 	VOS 	Schaesberg	Eureka		VOS
1988	72 	VOS 	Schaesberg			VOS
1989	60 	VOS 	Schaesberg	DIOS		DIOS
1990	56 	VOS 	Schaesberg	De Vaste Zet	DIOS
1991	48 	VOS 	De Vaste Zet	Eureka		DIOS
1992	48 	VOS	De Vaste Zet	DIOS		DIOS
1993	48 	VOS	Schaesberg 	DCH/Sch II	Donderb.
1994		VOS 	Schaesberg	Cema/DVZ	Eureka
1995		KO	Cema/DVZ	Schaesberg
1996		KO	Schaesberg	Donderberg
1997		KO 	Schaesberg	Roderland
1998		KO 	Cema/DVZ	Donderberg
1999		KO 	Schaesberg	MDC	
2000		KO 	Schaesberg	Cema/DVZ
2001		KO 	Cema/DVZ	MDC	
2002		VOS 	Schaesberg	Cema/DVZ
2003	56	VOS	De Ridder	Raes DC M	Vaste Zet
2004		VOS 	Cema/DVZ	Roderland	DIOS
2005	36	KO 	Cema/DVZ	Raes DC M	6-2
2006		VOS

Totaal		eerste		tweede
Schaesberg 	15 keer		7 keer
De Vaste Zet 	7 keer		4 keer
Treebeek 	6 keer		2 keer
Eureka 		4 keer		6 keer
VOS 		3 keer		
De Ridder 	1 keer		4 keer
DIOS				4 keer
MDC/raes			4 keer
Roderland			2 keer
Donderberg			2 keer
DCH				1 keer
(mij onbekend)			1 keer
Damclub Roermond wenst alle deelnemers vandaag een bijzonder fijne damdag toe.

Dat de sterkste moge winnen!