Nieuws

De Ridder kan rekenen op warm onthaal

Geplaatst op 21-01-2005

Elke keer wanneer we een wedstrijd tegen De Ridder spelen gaan mijn gedachten uit naar mijn allereerste competitie-optreden, intussen alweer heel lang geleden. Op die zonnige herfstdag maakte ik mijn debuut in de Limburgse Dambond - de P van Provinciale werd er pas bij de statutenwijziging in 1983 aan toegevoegd - in de café die toen gedreven werd door de familie Oberije, gelegen was aan de Schinvelderweg, en die momenteel als De Kroeg in het Brunssumse bekend is.
Ik speelde destijds in het tiental van jeugddamclub Euskopos uit Rolduc-Kerkrade. Frans Klein was voorzitter van deze vereniging en hij was het die mij, en een drietal andere dammers uit mijn woonplaats, warm maakte om bij zijn club competitie te komen spelen. Het debuut werd in sportieve zin geen succes, maar het leidde er wel toe dat de belangstelling voor het echte dammen gewekt was. De gevolgen zijn bekend.
Ik speelde aan bord 7 tegen ene W.Mulder, op de tiende zet miste die meneer zowaar een damzet, en toen zijn buurman hem daarop enkele zetten verder attendeerde reageerde hij uiterst kribbig. Hij won de partij uiteindelijk toch met speels gemak, mijn team ging met 18-2 onderuit, waarbij de borden 1 en 2, Frans Klein zelf en Pierre Urlings, voor onze lichtpuntjes zorgden,
Bij De Ridder waren toen dammers van de partij als Juul Meesters, Juul Miedema, Wiel Lipniak en Jan Holtjer. Clubtrouw is trouwens iets wat bij De Ridder altijd heel hoog in het vaandel heeft gestaan en nog steeds staat.

Dat De Ridder een kweekvijver is van jong talent is alom bekend. Rob Haszing, Jo Schoenmakers, Huub Schuivens, Henk en Bert Roes, Hans en Ronald Tangelder, Hans Ladage, Harry Velraeds, Henk Stoop allemaal dammers die ooit bij De Ridder, en waarschijnlijk door Juul Meesters persoonlijk, tot het dammen zijn gebracht. De succesjaren van de club lagen dat ook met name in de periode waarin de aanstormende jongeren de dienst bij de club uitmaakten, halverwege de jaren zeventig derhalve.

Het laatste optreden van De Ridder in de KNDB-competitie is intussen ook al weer enkele decennia geleden, voor velen voltooid verleden tijd.

De confrontatie van DC Roermond met De Ridder die ons morgen te wachten staat is ook al weer de lange in een grote reeks. De Ridder verraste de Limburgse dammers dit seizoen heel aangenaam door na de derde ronde de eerste plek op de ranglijst in te nemen. Hoe was dat nu mogelijk? Intussen zijn de kansen op de titel wel gekeerd, enkele nullen brachten de club weer op aarde terug, een positie waar Roermond al vrij snel terechtkwam na een verliespost in de eerste competitiewedstrijd.

Wat kunnen we verwachten morgen?
Twee ploegen die niets meer te winnen hebben dus. Wellicht zullen bij De Ridder ook Piet Moerenhout en Toon Pierik van de partij zijn, de eerste al meer dan een halve eeuw lid van De Ridder en voor Toon zal dat moment ook niet er weg meer zijn. Met Wiel Schoemans en Leo Nagels en het talent Randy Cardozo brengt De Ridder toch behoorlijk wat damervaring in de strijd. Jeugdspeler Cardozo heeft intussen zich zodanig in de kijkers gezet dat een van de Limburgse topclubs hem als lid heeft ingelijfd, zodat hij daar zijn talenten verder kan ontwikkelen.

Roermond speelt dit seizoen erg wisselvallig. Het matige optreden tegen Schaesberg een tijdje geleden geleden, werd gevolgd door een verbluffend mooi optreden tegen kampioenskandidaat Roderland. Ternauwernood kon de Kerkraadse ploeg aan een verliespuntje ontsnappen. Het kan verkeren.

Het wordt eentonig, maar tegen De Ridder zijn we niet kansloos. We hebben voor ons eigen ego iets goed te maken, iets recht te zetten. We missen zaterdag in ieder geval Peter Eikelenberg, maar met Wiel Okrogelnik, Ger Pisters en Wim Sanders in de gelederen zullen we de De Ridders met open vizier tegemoet treden.